Vaardigheden Hi-Dive 4

1. Zwemmen (zonder basisuitrusting)

  • A. 150 m schoolslag. Op elke baan van 25 m een bordje opduiken.
  • B. 15 m aaneengesloten onder water zwemmen.
  • C. 50 m borstcrawl met gebruik van vinnen.

2. Snorkelen (met basisuitrusting)

  • A. Rechtstandige sprong, onmiddellijk gevolgd door 150 m snorkelen. Op elke baan een rol voorover maken.
  • B. De duikbril opduiken van 2 m diepte, opzetten, leegblazen en opstijgen waarbij de handen niet aan de duikbril mogen zijn
  • C. 50 m buddy-breathing.
  • D. 50 m de buddy in duwgreep vervoeren, nadat vooraf bij de buddy, al watertrappelend, de snorkel uit de mond is genomen.
  • E. Onder water zwemmen over een afstand van 10 meter: Buddy opduiken en in de kopgreep vervoeren. Aansluitend de buddy naar de bassinrand vervoeren en de buddy zodanig aanreiken dat helpers hem uit het water kunnen halen. Tijdens het vervoer moet het gelaat van de buddy boven water worden gehouden.

3. Behendigheid (met basisuitrusting)

  • A. Aan de oppervlakte van het water: met de armen om de opgetrokken knieën geslagen, gedurende 1 minuut drijven waarbij geademd wordt door de snorkel.
  • B. Met een hoekduik naar de bodem tot een diepte van tenminste 2 m (bij voorkeur tot 3 m), daar uitademen en vervolgens opstijgen.
  • C. 50 m snorkelen met gebruik van 1 zwemvin.